13.3.13

Vergunning voor bouw nieuwe Zwin Natuurcentrum afgeleverd

Op dinsdag 12 maart ontving de Provincie West-Vlaanderen de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw van het nieuwe Zwin Natuurcentrum. Daarmee wordt groen licht gegeven voor de realisatie van de vernieuwing van het Provinciaal Natuurpark Zwin, ter vervanging van de verouderde infrastructuur. In de tweede helft van 2013 worden de werken op het terrein aangevat, waarbij bijzondere aandacht zal uitgaan naar het voorkomen van hinder voor de waardevolle natuur en de huidige exploitatie zo goed mogelijk kan blijven doorgaan. Tijdens de veranderingswerken blijft het Provinciaal Natuurcentrum Zwin en de Zwinvlakte zo veel mogelijk open voor het grote publiek. In het voorjaar van 2014 is de start van de bouw van de nieuwe gebouwen voorzien. Het is de ambitie van de Provincie West-Vlaanderen en het Agentschap voor Natuur en Bos om eind 2015 het nieuwe Zwin Natuurcentrum te openen en de exploitatie ervan te kunnen opstarten. Het bureau ‘Coussée & Goris architecten’ en projectpartners zal instaan voor de coördinatie van de uitvoering op terrein. Ze maakten eerder al werk van het uitvoeringsontwerp met de bijhorende aanbestedingsbestekken.
Het nieuwe Zwin Natuurcentrum

De verouderde gebouwen en kooien, vijvers, wandelpaden en asfaltparking worden vervangen door een waterrijk natuurgebied, dat aantrekkelijk moet zijn voor de talrijke vogels die in het Zwin broeden en er voorbijtrekken. Een nieuw in het polder- en Zwinlandschap geïntegreerd bezoekerscentrum, dat duurzaamheid hoog in het vaandel zal dragen, wordt opgericht aan de rand van het natuurpark, zodat er veel ruimte vrijkomt voor nieuwe natuur in het park.In het bezoekerscentrum is er een grote openheid met panoramische zichten op de natuuromgeving in alle richtingen, zowel vanuit cafetaria en restaurant, als vanuit de toekomstige Zwintentoonstelling ‘het Zwin als internationale luchthaven voor vogels’. Er wordt ook een aanbod natuureducatie aan scholen en verenigingen voorzien. In de zeedijk tussen het Natuurpark Zwin en de Zwinvlakte, wordt een ‘kijkcentrum’ ingericht van waaruit de bezoekers de Zwinvlakte bij alle weersomstandigheden goed  kunnen waarnemen, beleven en onderzoeken. Het project is namelijk een gezamenlijk initiatief van de Provincie West- Vlaanderen en het Agentschap voor Natuur en Bos, dat de Zwinvlakte beheert.
Financieel

De totale kost van het nieuwe Zwin natuurcentrum wordt op ruim 16,3 miljoen euro geraamd.  Het overgrote deel daarvan wordt door de Provincie West-Vlaanderen voorzien voor de inrichting van het natuurpark en het bezoekerscentrum met tentoonstellingsruimte. Het ANB voorziet circa 1 miljoen euro ter financiering van het kijkcentrum. Het Zwin Natuurcentrum kan verder op de financiële steun rekenen van o.a. de Vlaamse Regering in het kader van het Kustactieplan III 2005-2009 (circa 800.000 euro), van de Europese Unie in het kader van REECZ (circa 1.400.000 euro), van Natura People (circa 600.000 euro) en van de gemeente Knokke-Heist (circa 500.000 euro).
Werken aan de Zwinvlakte

Eerder dit jaar ging het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) van start met graafwerken in de Zwinvlakte. Er worden onder andere nieuwe broedvogeleilanden gegraven die nieuwe kansen moeten bieden aan tal van vogels zoals de kokmeeuw, visdief en kluut. Sinds de tweede helft van de jaren 1990 kampte het Zwin met verzanding en kwam er te weinig zeewater binnen. Hierdoor verloren de bestaande eilanden een belangrijk deel van hun aantrekkingskracht voor vogels. Er wordt ook een nieuwe stuw geplaatst die ervoor zal zorgen dat er steeds voldoende zeewater rond de vogeleilanden aanwezig is, zodat de vogels veilig kunnen broeden, eten en slapen. Opdat het voorziene zeewater bij eb niet telkens zou wegvloeien, worden er ook enkele geulen gedempt, zodat de aan- en afvoer van zeewater enkel via de stuw gebeurt. Naast het herstel van de eilanden zelf, wordt er in de noordoostelijke hoek van het Zwin, nabij de monding van de Zwingeul, een 8-tal hectare afgeplagd door het verwijderen van de voedselrijke bovenlaag. Deze werken gebeuren met het oog op het herstel van de originele plantenrijkdom.